voor het deeg:
250 g bloem, 1,5 g (1/2 afgestreken theel.) bakpoeder, 75 g suiker,
1 zakje vanillesuiker, 3 eierdooiers, 125 g koude boter, voor de
garnering: 3 eiwitten, 175 g suiker, 1 mespuntje kaneel, 200 g
gemalen amandelen, 2 druppels bittere-amandelolie |
Voor het deeg de
ingrediënten bloem en bakpoeder vermengen, op het aanrecht zeven, in
het midden een kuiltje maken. 75 g suiker, vanillesuiker en de
eierdooiers toevoegen, met een deel van de bloem tot een dikke brij
kneden. De koude boter in stukken snijden, aan de brij toevoegen,
met bloem bedekken, vanuit het midden alle ingrediënten snel tot een
glad deeg kneden, nog klevend deeg dun uitrollen, met een ronde,
getande vorm (ongeveer 4 cm doorsnee) er koekjes uit steken, op een
bakplaat leggen. Voor de garnering de 3 eiwitten stijf kloppen, het
eiwit moet zo stevig zijn, dat een streek met een mes zichtbaar
blijft, na elkaar de 175 g suiker, kaneel erdoor kloppen. De 200 g
amandelen, amandelolie erdoor scheppen, de massa met een theel. op
de deeghoekjes scheppen. Oven op 175-200°C. 5 min. voorverwarmen en
ongeveer 10 min. bakken. |