Het mooiste Kerstverhaal !
Verteltijd: ca. 8 min.
Het kerstfeest van Jetje
De belevenissen van een gewoon gezin rond Kerstmis.
Sinterklaas zat alweer lang en breed in Spanje en Jetje had gisteren het
allerlaatste speculaasje uit de koektrommel gegeten. Iedereen weet wat dat
betekent: Kerstmis stond weer voor de deur. Toen ze 's avonds zaten te eten,
vroeg Jetjes moeder: "Wat doen we met de feestdagen?"
"Lekker eten natuurlijk," zei Jetjes vader.
"Dat doen we toch elk jaar. Lekker eten en een lekkere fles wijn erbij."
"En we nemen een grote kerstboom," zei Jetje. "De grootste die er is. En we
hangen er gekleurde ballen in en de trekpop die ik gezaagd heb. En een heleboel
kransjes. En we nemen ook een stalletje met Jozef en Maria."
"We zijn toch niet katholiek?" zei haar moeder.
"Dat heeft er niets mee te maken," zei Jetje. "Iedereen mag een kerststalletje
hebben."
"Als je maar weet dat ik geen kerstgroep ga kopen," zei Jetjes moeder. "Die zijn
vreselijk duur. Maak zelf maar een kerstgroep van klei. Per slot van rekening
heb je boetseren op school."
"Dat is een goed idee," zei Jetjes vader. "Dan maak ik er een kerststalletje
bij, van boomschors."
"Maar wat doen we verder?" vroeg Jetjes moeder.
"Niks," antwoordde haar vader. "We eten lekker, we lezen een boek en we doen af
en toe een spelletje. En 's ochtends na het kerstontbijt maken we een flinke
wandeling om weer honger te krijgen."
"Ik vind het maar niks," zei haar moeder.
"Wat wil jij dan?" vroeg haar vader.
"Iemand uitnodigen die geen gezelschap heeft en eenzaam is," zei haar moeder.
"Waarom juist op Kerstmis?"
"Daarom," zei haar moeder. "Jullie willen een kerstboom en lekker eten. En ik
wil iemand uitnodigen die eenzaam is."
Jetje liep er een paar dagen over na te denken. Eigenlijk had haar moeder groot
gelijk. Met Kerstmis moest je eenzame en hongerige mensen uitnodigen, dat hoorde
zo. Ze kende er trouwens wel een paar.
Maar eerst wilde ze een kerstgroepje maken. Haar vader timmerde een prachtige
stal. De achterkant had hij gevlochten van net en daarbij had hij zich in zijn
vinger gesneden. Het dak was van boomschors en naast het lege kribbetje had
Jetje een schemerlamp uit haar poppenhuis gezet. Dat was voor de gezelligheid.
Met de beeldjes van klei werd het niks. Ze kon alleen maar van die stomme
prutspoppetjes maken. Maar gelukkig moest de kledingzaak van Blokker een paar
oude etalagepoppen kwijt. Die waren op de stoep gelegd, bij het grootvuil. Jetje
nam ze mee en maakte er een prachtige kerstgroep van. Jozef zat op de fiets van
haar moeder, haar pop Bertje was het kerstkindje. Dat zat in het zitje aan het
stuur, en Maria zat achter op de bagagedrager. Maria had de blauwe badjas van
haar vader aan.
De kerstgroep nam wel een beetje veel plaats in, daar in de voorkamer. Maar
gelukkig was de kerststal van haar vader aan de kleine kant. Die paste op de
schoorsteenmantel.
Kerstmis brak aan. Ze aten een lekker kerstontbijt en maakten een flinke
wandeling. Toen gingen ze gezellig bij de kerstgroep zitten en zongen een paar
liedjes. En daarna werd het tijd om tafel te dekken voor het kerstdiner. "Zet er
maar een bord bij," zei Jetjes moeder, "want ik heb mevrouw van Zevenhuizen
uitgenodigd. Die zit altijd zo alleen op haar flatje."
"Zet er nog maar een bord bij," zei Jetjes vader. "Ik heb meneer Bolk
uitgenodigd. Zijn vrouw is pas overleden en zijn kinderen wonen allemaal in
Australië."
"Dat is heel lief van je," zei Jetjes moeder.
Jetje wilde ook wat zeggen, maar op dat moment werd er gebeld. Voor de deur
stonden twee bejaarden uit het tehuis schuin aan de overkant. "Kom maar binnen,"
riep Jetje stralend. "Mams, een verrassing. Kijk eens wie daar zijn!" Jetjes
moeder kwam naar de deur. "Welkom..." wilde ze zeggen, maar er werd opnieuw
gebeld. Voor de deur stonden een Turkse meneer en mevrouw in prachtige
feestkleren. Hun vier kinderen zagen er ook prachtig uit. Ze waren allemaal vol
verwachting. Daarnaast stond meneer Schepeling, de knorrige vrijgezel uit de
Groenestraat. En daarnaast stond de nachtwaker, die 's nachts altijd de wacht
hield in hun buurt. "Verrassing!" riep Jetje nog eens. "Allemaal eenzame mensen
voor jou, mams."
"Heel lief van je, Jetje," zei haar vader. "Heel lief dat je zo goed aan je
moeder gedacht hebt."
"Wat een verrassing, Jetje!" zei haar moeder. Maar ze fluisterde haar man in het
oor: "Ik heb maar twee konijntjes in de pan zitten. Wat moeten we nou?"
"Ik haal wel wat bij de Chinees," zei Jetjes vader. "Het is maar één keer per
jaar Kerstmis."
Bij de Chinees kreeg hij extra korting, omdat hij zoveel kocht. Hij nam meteen
ook maar een kratje bier mee. Thuis moest een gedeelte van het gezelschap op de
grond zitten, met het bord op schoot. En wegens plaatsgebrek moest de kerstgroep
tijdelijk in de voortuin worden gezet, waar hij veel bekijks trok. Toen gingen
ze eten.
Het werd vreselijk gezellig. De Turkse meneer maakte muziek op een soort
uitgerekte gitaar. Meneer Schepeling gaf raadsels op en mevrouw van Zevenhuizen
maakte schaduwbeelden op de muur. "Een mens zou waarachtig vergeten dat het
Kerstmis was," zei een van de bejaarden opgewekt. Begeleid door de Turkse meneer
zongen ze met z'n allen 'De herdertjes lagen bij nachte...'
Daarna deden de dames de vaat, terwijl de heren een kaartje legden. En Jet je
mocht opblijven tot ze niet meer uit haar ogen kon kijken van de slaap.
Eindelijk moesten de gasten weer naar huis toe. Toen ze vertrokken waren, werden
Jozef en Maria gauw weer binnengehaald. Want het kan 's nachts al flink koud
zijn in december.
* * *
Bron: www.beleven.org
Fijne feestdagen en een gelukkig nieuw jaar !