We gaan eerst
het het deeg maken: Het meel in een kom doen en onder flink roeren
beetje bij beetje het water bij de bloem doen, tot een soepele bal
ontstaat. Hoe langer men kneed, des te soepeler het deeg wordt. Gooi
het deeg af en toe hard op de tafel, zodat de lucht uit het deeg kan
ontsnappen. Daarna laat je het deeg een uurtje rusten onder, bijv.
een vochtige theedoek.
De vulling: De gesneden uitjes fruiten in de margarine, het gehakt
erbij doen en goed door elkaar mengen. Op smaak brengen met peper
(mag best wel een beetje veel), zout en de andere kruiden. De
fijngesneden prei, selderie en de 10 eieren er door mengen en
blijven roeren, totdat de eieren net gaan stollen. Gas uit zetten en
de vulling laten afkoelen.
Nu verdelen we het deeg in bolletjes zo groot als een flink ei.
Ieder bolletje wordt nu dun uitgerold (ong. 3mm dik) De vulling
wordt op een deeglapje gelegd en het deeg vouwen we om de vulling
heen.
Als alles klaar is, frituren we de martabaks in ruim olie aan beide
kanten goud bruin. Laat deze, heerlijke martabaks, eventjes
uitlekken op wat keukenpapier. Smakelijk.....
|