Luchtige
pannenkoekflarden met poedersuiker uit Oostenrijk
Bereidingswijze:
Roer van bloem en zout met melk een beslag, niet te dun, ongeveer
zoals voor pannenkoeken. Roer er wat gesmolten boter en een lepel
basterdsuiker door. Roer er nu de dooiers van de eieren door (reken
2 eieren per 125 g bloem). Klop de eiwitten stijf. Lepel ze door het
beslag. Verhit boter in de koekenpan en lepel er zoveel beslag in
dat er een laag van ca. 1/2 cm dik ontstaat. Zodra de bovenkant niet
meer vloeibaar is, de koek keren en onmiddellijk met twee vorken aan
flarden trekken. De flarden storten op een verwarmd bord en
bestrooien met poedersuiker. Voor de tweede en volgende koeken, het
beslag telkens even doorroeren, omdat het eiwit aan de oppervlakte
komt drijven.
Dit gerecht doet aan poffertjes denken maar is veel gemakkelijker te
maken. De Schmarren zijn bovendien luchtiger dan poffertjes.
Serveertip:
Heel geschikt als nagerecht na een maaltijdsoep.
|