Een Hongaarse
notentaart; Als je de taart als toetje eet, zorg dan dat je flink
wat plaats overhoudt: de taart is nogal machtig.
De taart heeft iets weg van gevulde speculaas
Voorbereiding:
Week de rozijnen in de rum (rozijnen uiteraard wassen). Meng de
bloem met de boter en het bakpoeder.
Doe ei, rum-rozijnen en suiker erbij.
Voeg 3/4 van de gehakte walnoten toe, evenals de vanillesuiker.
Alles goed mengen (deeghaken), maar niet te lang.
Laat het deeg een uurtje in de koelkast bijkomen van de
vermoeienissen.
Bereidingswijze:
Doe het deeg in een met bakpapier beklede bakvorm (met boter
insmeren).
Verdeel het mengsel gelijkmatig over de vorm en strijk het zo veel
mogelijk glad.
Bedek het deegmengsel met een laagje jam (niet al te dik).
Schil de appels en snijd er mooie, dunne schijfjes of partjes van (1
a 2 mm dik).
Leg de appelschijfjes bovenop de jam en bestrooi het geheel
gelijkmatig met de rest van de gehakte walnoten.
Dek het geheel af met aluminiumfolie en zet de taart op de onderste
richel in de oven bij 175 g Celsius.
Bak de taart in circa 60 minuten gaar; aluminiumfolie na een 1/2 uur
verwijderen.
Serveertip:
Als de taart nog warm is bestrooien met poedersuiker.
In warme staat is de taart erg zacht. Koud is hij makkelijker in
stukken te snijden.
|