600 g rundvlees
(borstlap)
3 dl bruin bier (geen Heineken!)
1 ui
1 teentje knoflook
1/2 rode Spaanse peper
1 snufje zout
1/2 theelepel djinten
1 theelepel ketoembar
1 theelepel laos
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels Javaanse suiker of honing
1 eetlepel ketjap manis |
Dit recept ontleent zijn
naam aan de gekarameliseerde korstjes rond het vlees.
Snijd het vlees in
middelgrote blokjes en zet die ± 2 uur in het bier.
Snipper de ui, de knoflook en de rode peper en stamp ze met de
djinten, de laos, de ketoembar en het zout fijn.
Fruit dit mengsel in olie tot de ui lichtbruin ziet.
Haal het vlees uit het bier en bak het ± 3 minuten mee.
Overgiet het vlees met het bier en laat het geheel een uurtje
sudderen.
Meng de sambal, de suiker (of de honing) en de ketjap tot een papje.
Doe olie in een hete wok, voeg het mengsel toe en wacht tot het
geheel goed heet is.
Schroei het vlees hierin (zonder het suddervocht) in enkele minuten
dicht.
Serveer het vlees met rijst en een groente (bijvoorbeeld gele
bloemkool).
Aanvulling: 150 g champignons en 1 ui
Snijd de champignons in plakjes en de ui in ringen.
Giet het suddervocht in een ovenschaal, leg het vlees erin en bedek
het met de ui en de champignons.
Zet de schaal 10 minuten in een op 220°C voorverwarmde oven. |