Breng een ruime
pan met water aan de kook en haal de pan van het vuur. Voeg de
rijstnoedels toe en laat 2 min. wellen in het hete water. Trek de
rijstnoedels los met 2 vorken, giet af en spoel af onder koud
stromend water. Laat goed uitlekken en houd apart in een vergiet.
Haal de rode peper uit de nasi-bamigroente. Halveer in de lengte,
verwijder de zaadlijsten en snijd fijn. Halveer de paprika,
verwijder de zaadlijsten en snijd het vruchtvlees in stukjes van een
˝ cm. Snijd een ˝ cm van de boven- en onderkant van de bosui en
snijd de uitjes fijn (ook het groen).
Verhit de helft van de olie in een grote hapjespan op middelhoog
vuur. Bak de rode peper, de nasi-bamigroente en de paprika 5 min.
Verhit de rest van de olie in een koekenpan op middelhoog vuur. Bak
de rulstukjes 3 min. Voeg de bosui toe en bak nog 2 min.
Verwarm ondertussen de kokosmelk in een steelpan. Voeg de pindakaas,
sojasaus en sambal toe en breng al roerend tegen de kook aan.
Voeg de noedels en de pindasaus toe aan de groente in de hapjespan
en bak nog 2 min. mee. Voeg de taugé toe en roer erdoor. Verdeel de
rulstukjes met bosui over de gebakken noedels.
|