Smeer de fonduepan in met
een teentje knoflook en verwarm de
wijn in deze pan.
Voeg de gemalen kaas toe en laat die onder voortdurend roeren
smelten (u moet veel en goed roeren om een homogene massa te
krijgen).
De fondue mag niet koken, maar moet tegen de kook aan worden
gehouden.
Voeg aan het eind de kirsch, nog wat knoflook uit de pers en verse,
grof gemalen peper en nootmuskaat toe.
Als de fondue iets te dun is, of als u bang bent dat hij weer
gaat ontbinden, kunt u wat maïzena gebruiken; die kunt u dan
het best aanmaken met de kirsch.
Het stokbrood moet lekker knapperig zijn. Daarom wordt in
Zwitserland en Frankrijk oud brood aanbevolen. Het Nederlandse
stokbrood is meestal te klef en is, als het een dag oud is, niet
knapperig maar taai.
Gesneden stokbrood even oppiepen in de oven levert meestal wel
een redelijk resultaat.
Geef er gemengde sla, wat druiven en mandarijnpartjes bij.
Een alternatieve methode om kaasfondue te maken is met een roux. Het
voordeel is, dat u een homogeen mengsel krijgt, dat minder gevoelig
is voor temperatuurschommelingen. Het nadeel is, dat het al snel een
beetje melig smaakt en dat het eigenlijk geen fondue is, maar saus.
Gebruik deze methode als veilige methode onder minder gunstige
omstandigheden, bijvoorbeeld tijdens kampeervakanties.
Er is verschil tussen vleesfondue- en kaasfonduevorken. De
kaasfonduevorken hebben geen 'weerhaakjes'.
|