1 1/2 kip (of
overeenkomstige hoeveelheid kippenpoten)
6 teentjes knoflook
1/2 theelepel uienpoeder
2 gesnipperde sjalotten
120 ml gezeefde papaya (of mango, of pruimen)
4 groene pepers, in stukjes, zonder zaden
1 1/3 theelepel kurkuma (koenjit)
2 theelepels fijngemalen geroosterde fenegriekzaden
1/2 theelepel fijngemalen komijn
2 eetlepels fijngestampte geroosterde mosterdzaden
4 eetlepels geklopte slagroom
4 eetlepels yoghurt
2 uitgeperste citroenen
125 g roomboter
1 eetlepel stukjes gember
1 theelepel paprikapoeder
1 theelepel gemalen zwarte peper
1/3 theelepel anijs- of dillezaden
2 theelepels kaneelpoeder
4 eetlepels sap van bieslook (uitgeperst met 1 eetlepel water)
3 fijngestampte laurierbladeren (laurierpoeder kan ook) |
Ontvel en was de
kip en prik in het vlees met een scherpe mespunt. Wrijf de
kip in met zout, azijn en uitgeknepen knoflook. Wrijf de holten van
de kip in
met uienpoeder. Laat de kip een half uur staan.
Maak intussen een pasta van de sjalotjes, gezeefde papaya (mango of
pruimen),
pepers, kurkuma, fenegriekzaden, komijn en mosterdzaden. Wrijf de
kip hiermee
in en laat deze zeker 12 uur hierin marineren (overnacht in de
koelkast).
Maak de volgende dag een saus van de slagroom, yoghurt, het
citroensap en de
zacht gemaakte boter. Voeg hieraan de samen met de paprika
fijngeprakte gember toe.
Rooster de kip op de barbecue of onder een grill en bewerk hem
tijdens het
roosteren met de yoghurtsaus.
Maak intussen een papje van bieslooksap, zwarte peper, anijs- of
dillezaden,
kaneel en laurierpoeder. Wrijf de kip, zodra die gaar is (na ± 45
minuten),
met het papje in en rooster hem verder.
(Laat, als u een draaispit gebruikt, dit langzaam ronddraaien; door
deze
bewerking komt er een korstje op het vlees met een roodachtige
kleur).
|