Maal de
roggekorrels voor het zetsel fijn, doe het meel in een grote schaal
en maak een kuiltje in het midden. Roer een glad mengsel van het
zuurdeegextract met de karnemelk, doe dit in het kuiltje en meng er
een beetje van het meel door. Laat de schaal afgedekt 24 uur op een
warme plaats staan. Het zetsel moet duidelijk gegist zijn en op de
bovenkant moet donker schuim zichtbaar zijn.
Maal voor het brooddeeg de tarwekorrels fijn. Roer het meel door het
zetsel. Verkruimel de gist erboven, besprenkel het geheel met de
stroop en wacht 1-2 minuten tot de gist is opgelost. Voeg het zout
en de kardemom toe en kneed van alle ingrediënten een smeuïg, iets
vochtig deeg.
Vet de vorm in met boter. Vul de vorm met het deeg en strijk de
bovenkant glad. Laat het deeg nog eens afgedekt rijzen tot het
volume ongeveer een derde is vergroot; dat duurt een klein uur.
Verwarm de oven voor op 200ºC. Bak het brood ca. 50 minuten op de
onderste richel in de oven. Het moet goudbruin zijn en rondom
minstens 1 mm van de rand af staan. Dek het brood, als het te snel
zou kleuren, na 40 minuten af met een stuk ingevet vetvrij papier.
Laat het brood nog 15 minuten in de uitgeschakelde oven staan.
Stort het brood uit de vorm op een rooster, besproei het rondom met
koud water en laat het afkoelen.
Het aroma van het brood heeft zich pas na 24 uur volledig ontplooid,
het kan daarna goed gesneden worden.
Tip: koel en luchtig bewaard blijft het brood ca. 1 week vers. Het
is het lekkerst besmeerd met boter. Maar ook een plakje lekkere
kaas, of kruidenkwark met radijsjes of fijngesneden augurk, ham,
salami of gerookte zalm zijn een uitstekende combinatie.
|