Bojo is een
creoolse, zoete lekkernij die op geen enkel Surinaams feest
ontbreekt. In
plaats van bloem of meel wordt er cassave voor gebruikt. Uit het
kookboek Un buku.
Bereidingswijze:
Schil de verse cassavewortels, was ze onder de kraan en rasp ze.
Laat diepgevroren
cassave ontdooien. Laat de boter op kamertemperatuur zacht worden.
Verwarm de
oven voor op 175 tot 180°C. Meng de cassave, suiker en
vanillesuiker, kokos, rozijnen,
kaneel, een snuf zout, 175 g boter, kokosmelk en melk goed door
elkaar. Voeg naar
smaak een paar druppels amandel-essence toe. Vet een bakblik in en
schep het mengsel
erin. Verdeel de rest van de boter er in vlokjes overheen. Bak de
bojo 1 tot 1½ uur:
prik na een uur met een vork om te kijken of hij gaar is. De vork
moet er droog uitkomen.
Laat de gare bojo goed afkoelen, schud hem voorzichtig uit het
bakblik en snijd
hem in stukken. Garneer de bojo met de muisjes.
|