Deze smeuïge
mini- taartjes uit Lissabon met een vanillevulling à la crème brûlée,
zijn ongelooflijk lekker !
Bereidingswijze:
Maak de custardvulling:
Voeg de fijne suiker, de eidooiers en de eieren samen. Klop op de
hoogste snelheid tot je een bleke, schuimige massa krijgt.
Verwarm de melk met het water, de geraspte citroenschil en de
kaneelstokjes tot tegen het kookpunt. Snijd het vanillestokje in de
lengte door, schraap de zaadjes eruit en voeg ze toe aan het
melkmengsel.
Schep een eetlepel van het mengsel in een kommetje. Roer er de
bloem en het maïszetmeel door tot je een papje krijgt. Voeg het
melkmengsel bij het eimengsel. Doe er ook het papje bij. Meng goed.
Giet het geheel weer in een pan en breng al roerend aan de kook.
Neem van het vuur als het mengsel goed dik is. Roer minstens nog een
minuut door. Giet de hete custard in een schenkkan.
Rol het deeg uit:
Bestrooi je werkblad lichtjes met bloemsuiker, kaneel en bloem. Leg
daarop een plak bladerdeeg en de tweede erbovenop. Bestrooi opnieuw
met bloemsuiker, kaneel en bloem. Rol het deeg uit tot een plak van
40 bij 30 cm.
Vorm 24 deegplakjes:
Rol het deeg in de lengte op tot een stevige rol. Snijd 24 plakjes
af met een dikte van1 à 2cm.
Stel de taartjes samen:
Verwarm de oven voor op 190°C. Vet de kuipjes van de muffinvormen
in. Rol elk plakje deeg uit tot een rondje met een diameter van 10
cm. Leg ze in de kuipjes.
Vul de deegbodempjes met custard en bak de taartjes
Bak de taartjes 20 minuten op 190°C. Laat ze even afkoelen in de
vorm. Laat verder afkoelen op een rooster. Bestrooi de taartjes met
een beetje kaneel en bloemsuiker.
Serveertip:
In plaats van geraspte citroenschil kun je ook geraspte
sinaasappelschil gebruiken. Zo krijgen je custardtaartjes een fijn
sinaasappelaroma.
|