Haal alle
bladeren van de kool. Gooi de buitenste harde bladeren weg. Snij de
nerven van de andere bladeren weg.
Pluk de roosjes van de bloemkool. Snij de dikste stelen weg.
Was beide kolen.
Breng een grote pot met licht gezouten water aan de kook. Doe de
koolbladeren van de boerenkool erin en laat ze 2 minuten koken.
Schep ze daarna over in een zeef en schrik ze onder koud stromend
water.
Verhit de olie in een braadpot. Snij de koolbladeren van de
boerenkool in grote stukken. Doe ze in de pot en roer goed.
Los het bouillonblokje op in een glas warm water en doe dat bij de
kool. Leg het deksel op de pot en laat 40 minuten pruttelen op een
matig vuur.
Doe er dan de bloemkoolroosjes bij.
Verwarm de melk samen met het laurierblad en de schelvis.
Haal van het vuur net voor de melk begint te koken.
Laat de vis uitlekken op een vel keukenpapier.
Haal de groenten uit de pot en leg ze op een schotel. Leg de vis
erbovenop. Dien goed heet op.
|