Breek de eieren
en scheid de dooiers van de witten. Doe de eiwitten in een kom en
klop ze tot stevige sneeuw. Voeg 50 g suiker toe en klop opnieuw.
Giet de melk in een pan, voeg het vanillestokje toe, breng de melk
aan de kook, zet het vuur laag en laat de melk zachtjes koken.
Verwijder het vanillestokje.
Maak met behulp van een eetlepel mooie ballen van het geklopte
eiwit. Leg ze voorzichtig bovenop de melk en laat ze 30 seconden
pocheren. Draai de eiwitballen om en laat ze nog 30 seconden
pocheren. Haal dan de ballen met een schuimspaan uit de melk en laat
ze op een dikke doek uitlekken. Doe dit met alle sneeuwballen.
Klop de eidooiers met de rest van de suiker in een kom totdat ze
schuimig zijn en enigszins wit worden. Breng de melk aan de kook.
Giet de kokende melk langzaam bij de eidooiers onder voortdurend
kloppen met een garde. Breng dit mengsel voorzichtig aan de kook en
laat het gedurende 10 minuten zachtjes doorkoken onder voortdurend
roeren totdat de crème aan de lepel blijft hangen. Giet de crème in
een glazen kom. Laat de crème op het aanrecht afkoelen en zet hem
dan 30 minuten in de koelkast. Als de crème koud is, de sneeuwballen
erop leggen.
Maak de karamel: Doe de suiker in een pan met 2 eetlepels water.
Laat dit op middelhoog vuur lichtbruin worden. Giet de karamel in
een dun straaltje over de sneeuwballen en zet het geheel tot het
opdienen weer in de koelkast.
Opmerking:
Men haalt de sneeuweieren en het drijvend eiland vaak door elkaar.
Het verschil zit hem in het feit dat men, voor het drijvend eiland,
de eiwitten in de oven op 140°C. au bain marie gedurende 30 minuten
gaar laat worden. |