250 g woknoedels
ketjap manis
3 teentjes knoflook
400 g kipfilet
1 eetl. milde kerriepoeder
Solo Vloeibaar
4 eetl. Solo Vloeibaar
10 lange bosuitjes
500 g worteltjes
50 g pinda's
˝ eetl. citroen- of limoensap |
Verwarm de gril
voor. Kook de noedels in kokend water volgens de aanwijzingen op de
verpakking. Gebruik een beetje ketjap (ongeveer 1/2 eetlepel) in
plaats van zout om het kookwater op smaak te brengen. Afgieten.
Pel en snipper in de tussentijd de knoflook. Snijd de kip in blokjes
van 2 cm en meng er een 1/2 eetlepel knoflook, een beetje ketjap, 1
theelepel kerriepoeder en een 1/2 eetlepel vloeibare margarine door.
Marineer minimaal 5 minuten.
Maak ondertussen de bosuien schoon, laat de groene uiteinden zitten
en snijd fijn. Schrap de worteltjes en schaaf ze grof. Hak de
pinda's fijn.
Meng de gehakte pinda's met een theelepel knoflook, 2 eetlepels
fijngesneden bosuien, een scheutje ketjap en het sap. Rijg de
stukjes kip aan 8 lange spiesen. Gril de kipsaté 8 minuten en keer
ze regelmatig.
Laat in de tussentijd een wok of een grote, diepe pan op hoog vuur
heet worden. Spuit de rest van de 3˝ eetlepel vloeibare margarine
in de pan en voeg daarna de worteltjes toe. Roerbak 4 minuten. Voeg
de rest van de knoflook en de kerriepoeder toe en de helft van de
resterende bosui. Roerbak nog 1 minuut en voeg dan de noedels en een
scheutje ketjap toe. Roerbak nog 2 minuut door.
Verdeel de noedels over 4 voorverwarmde borden. Leg de saté ernaast
en schep een beetje van de zoete ketjapsaus met de pinda's erover.
Strooi de rest van de bosuien over de noedels. |