Maak de
snelkorst. Meng de bloem, het water, het zout en de boter en kneed
dit ongeveer 15 minuten tot een deeg. Kneed de overige bloem en de
boter apart. Rol het deeg A uit tot een lange, smalle rechthoek. Rol
hiervoor het deeg uit van links naar rechts en van boven naar onder.
Verdeel nu de lap denkbeeldig in 3 delen,
waarbij het rechtse deel iets langer is dan de andere 2. Plaats B op
het middelste stuk van deeg A en rol het in het deeg door eerst de
korte flap en daarna de langste flap toe te vouwen Draai nu het deeg
om en voer nog tweemaal de- zelfde bewerking uit: het deeg uitrollen
tot een rechthoek, in drie delen verdelen, dichtvouwen en omdraaien.
Verdeel daarna het deeg denkbeeldig in 4 delen, vouw eerst de
buitenste flappen naar het midden toe en vouw tenslotte het deeg
dubbel. Maak de
chocoladeroom. Laat de melk met de helft van de suiker en het
cacaopoeder koken. Klop de dooier, het ei en de rest van de suiker
op. Spatel het zetmeel onder de ei-suiker massa. Voeg ook wat van de
melk, die nog net niet kookt, toe. Giet als de melk kookt, de eieren
erbij en roer tot u een glad mengsel bekomt. Laat het beslag
afkoelen in een koud waterbad en roer tot u een gladde massa bekomt.
Maak nu de taart. Rol het deeg uit tot ongeveer 2,5 mm dikte. Neem 1
taartvorm van ca. 22 cm diameter en besprenkel de bodem met wat
water. Leg het deeg in de vormen tot enkele centimeters buiten de
rand. Verwijder de rest van het deeg en vorm
een licht opstaande rand. Prik de bodem enkele malen in met een
vork. Leg een papier met wat gewicht in op het deeg en laat 20
minuten bakken in een oven van 220ºC. Verwijder na 10 minuten reeds
dit papier. Haal de taart uit de oven, ontvorm ze en laat ze op een
gril afkoelen. Spuit in de taart een spiraal chocolade- room. Was
de aardbeien, verwijder de steeltjes en schik ze op de taart. Laat
het abrikozenkonfituur even inkoken en bestrijk hiermee de taart. In
het midden kunt u eventueel nog een toefje slagroom spuiten waarover
u dan wat cacaopoeder strooit. |