Snijd de ui en de wortel
in stukken. Ontzwoerd het spek en snijd het in
blokjes. Verwijder het vlees van de runderschenkel en snijd het in
stukken. Voeg een nootje boter toe en hak de groentestukken en de
spekblokjes. Strooi er de bloem over, laat nog even bakken en voeg 1
liter water, het been van de runderschenkel, de look en het
kruidentuiltje toe.
Laat 3 uur zonder deksel koken tot er ca 3 dl saus overblijft. Zeef
de saus.
Snipper de sjalotten fijn.
Laat de wijn, samen met de sjalotsnippers en de peperbolletjes
inkoken
tot er ca 2 dl overblijft. Giet de gezeefde wijnsaus bij de eveneens
gezeefde basissaus en breng opnieuw aan de kook. Draai het vuur heel
laag en voeg er de cognac en 1 eetlepel boter aan toe. Houd de saus
warm.
Strijk de entrecôte in met olijfolie en kruid ze met peper en zout.
Grilleer ze vervolgens naar smaak.
Serveer met frietjes en waterkers. |